Je hebt het niet, je doet het.
Je bent niet behept met zwakke …. Het is een gebrek aan doen. Lees maar in het hoofdstuk de mens is anti-fragiel
Zeggen dat je behept ben met iets zet je denken vast. Je bent er nu namelijk mee behept, dus wat kan je er nog aan doen. In de praktijk komt deze manier van spreken en dus van denken maar al te vaak voor. Voorbeelden zijn ik heb een holle rug, of ik heb zwakke enkels of ik heb een slechte conditie. Wat jammer is, is dat dergelijk denken wordt aangewakkerd of versterkt in ziekenhuizen, revalidatie centra en door specialisten.
Nog niet zolang geleden kwam er een jonge vrouw in de praktijk die al sinds haar 15de voorzichtig doet met haar knieën. Op haar 15de heeft ze een ongeluk gehad waarbij ze een klein beetje kraakbeen had beschadigd van haar knie. De specialist heeft tegen een meisje van 15 gezegd: kraakbeen komt nooit meer goed en je moet er maar mee leren leven dat je een zwakke knie hebt. Doe maar voorzichtig. Nu 20 jaar later heeft ze inderdaad zwakke knieën. Niet door een ongelukje, maar door een enorme passieve leefstijl is er niets goed ontwikkeld. Dankjewel meneer de specialist…
Als een specialist je vertelt dat het niet meer goed komt dan zal dat wel zo zijn, toch? Hij is de specialist en hij zou het wel weten. Maar dat is een mega aanname. Je weet bijvoorbeeld helemaal niet de grenzen van zijn opleiding en kennis. Als voorbeeld: dat een orthopeed heel goed kan beoordelen of kraakbeen schade heeft en een nieuwe knie kan plaatsen, betekend niet dat hij kennis heeft over het effect van voeding op het kraakbeen.
De bellcurve
De kennis en de data van de specialist zijn vaak gemiddelden. Dat betekent dat er mensen zijn die er slechter aan toe zijn en er zijn mensen die er beter aan toe zijn. De arts vertelt de gemiddelde, hij vertelt je waar de meeste mens aan toe zijn. Dit klinkt eerlijk, maar daar wil je helemaal niet bij horen. Jij wilt niet weten wat de gemiddelde zijn, maar wat je moet doen om bij die succesvolle groep te horen. De groep die boven gemiddeld presteert. De vraag is heeft de arts daar antwoord op. Is daar onderzoek naar gedaan.

Of er onderzoek is naar die groep is in zekere zin niet nodig. We kunnen via logica daar al heel veel over zeggen.
- Zal die groep gezond of ongezond leven?
- Ongezond of gezond eten,
- niet of nauwelijks bewegen,
- bewegen zonder enige plan of doel, …
Schuld of verantwoordelijkheid
Je hebt het niet, je doet het. Veel mensen in de praktijk die over zichzelf zeggen ik heb een holle rug zijn na wat training en aanwijzingen prima instaat de rug recht of op zijn minst rechter te houden. Blijkbaar deden ze het zelf, zij hielden hun rug hol. Door te zeggen ik doe het in plaats van ik heb het, maak je het mogelijk om weer leiderschap te nemen over het probleem in plaats van lijder te zijn.
En ja dit geldt zelfs in de extreme gevallen die je nu zit te bedenken om deze stelling te ontkrachten. Leefstijl ziekten heette zo omdat ze een flinke koppeling hebben met onze leefstijl. Die leefstijl die doe je echt zelf. Dat kan bewust zijn of onbewust. Het feit dat je niet wist dat iets slecht is, veranderd niet dat het slecht was om te doen, snap je. Zoals ik al eerder schreef zijn leefstijl factoren meer dan eten en bewegen. Het omvat het geheel van denken en doen.
De meeste van ons zijn niet bewust bezig met het ondermijnen van onze gezondheid. En zelfs als er wel bewust ondermijnend gedrag is, zit daar vaak een positieve intentie aan vast. Een heel simpel voorbeeld is roken. Veel mensen zijn gaan roken om dat ze dachten dat ze dan cool of stoer waren op het schoolplein. De positieve intentie van het ongezonde gedrag was aanzien.
In het voorbeeld van roken is er kennis dat roken slecht is en wordt het tegen beter weten in gekozen voor een slechte leefstijl eigenschap in ruil voor iets anders.
We zijn ons niet altijd bewust van een slechte leefstijl eigenschap. Uiteindelijk is dat altijd een gebrek aan kennis. Hierdoor komen veel mensen op latere leeftijd pas tot de ontdekking dat ze iets beter anders hadden kunnen doen.
In deze context wordt wel eens de discussie gevoerd of er schuld is aan een eigen gezondheidsprobleem? Want dat klinkt zo erg. Beetje zinloze discussie over taal gebruik als je het mij vraagt. En als je je zo aangevallen voelt door het woord schuld moet je daar eens bij stil staan hoe dat dan komt. Maar wat we niet moeten vergeten is dat onze gezondheid wel echt onze verantwoordelijkheid is. Het voordeel van accepteren dat je ‘het doe’ is dat je die verantwoordelijkheid kracht kan bij zetten met handelen.
Jouw gezondheid is een verantwoordelijkheid van jezelf, niet die van een ander, de medisch specialist, de maatschappij en al helemaal niet van de overheid. Je kan specialisten, instanties en omgeving vragen om hulp en gebruiken als gids. Maar geef ze nooit dat wat jouw eigendom is: de verantwoordelijkheid.
Bart
Wat is de positieve intentie van een probleem?
In het verhaal van de hielspoor uit de paragraaf over ‘the graditude effect’ was er iets om dankbaar voor te zijn. Namelijk de hielspoor en de pijn hebben ervoor gezorgd dat de afspraken met de wandelgroep niet meer door gingen. Je zou kunnen zeggen dat het hebben van de pijn een positieve intentie had. Er was ziektewinst. Het verhaal ging verder. Want na de realisatie hoe sterke afkeer er was tegen de wandelgroep. Werd er uitgesproken dat ook al gaat de pijn ooit over, ik ga nooit meer mee wandelen. De telefoon werd gepakt en de groep werd geappt. In dit verhaal is de pijn een week later ook verdwenen. De positieve intentie was weg, de pijn was niet meer nodig. Dat was mogelijk want de daadwerkelijk hielspoor was al lang opgelost.
Als het goed is heeft al je handelen een positieve intentie. Het gaat om een positieve intentie voor jou. Die kan volledig tegen de belangen van iemand anders of de wereld in gaan. Dat is niet het punt.
Uitzoeken waarom je iets doe of (in het geval van de mevrouw met de knie) nalaat kan er voorzorgen dat je het gedrag kan ombuigen. Dat kan door:
- Het gedrag heeft al lang niet meer het positieve effect dat het ooit had. Maar het gedrag is een gewoonte geworden en is nooit geëvalueerd.
- De positieve intentie is ook haalbaar met beter keuzes. Bijvoorbeeld je eet ongezond want dat is lekker. Je leert snacks en eten maken die en lekker en gezond zijn en je argument: ja maar ongezond eten is lekker valt om.
De roze olifant
Het lichaam en geest zijn niet zo dom. Het zorgt ervoor dat je krijgt wat je nodig hebt. Of krijgt waar je op focust. Want het brein creëert veranderingen in het lichaam zoals we besproken hebben in het hoofdstuk over het placebo-effect. Het brein kent geen ontkenning. Het al oude klassieke voorbeeld van de roze olifant laat dit maar wat duidelijk zien.
Let maar op: denk niet aan een roze olifant!
Je precies dat lukt dus niet. In je brein zit die roze olifant.
Ooit wel eens afgevraagd waarom sigaretten merken geen moeite hebben met antirookreclames? Het is de roze olifant. Ben je een roker heb je al trek in een sigaret zodra je het woord sigaret hoort in die reclame. Je hebt namelijk in plaats van niet roken gehoord roken.
Je brein kent geen ontkenning en alles wat aandacht krijgt groeit. Focus daarom op wat je wel wil.
Als ik in de praktijk train met iemand die last heeft van zijn knie en ik vraag constant aan die persoon voel je al wat? Wat denk je dan dat er gaat gebeuren. Ik leg door de vraagstelling de focus op de last in de knie. Dit is het probleem met concepten als graded activity. Waarin mensen die moeten revalideren de regie krijgen over bijvoorbeeld de zwaarte en het aantal herhalingen van een oefening. De opdracht die erbij gegeven wordt is dat als ze wat voelen dan mogen ze even stoppen. De focus ligt steeds op de last, pijn, gebrek en idee van het onvermogen.
Naar de sportschool gaan en zeggen: ik hoop dat ik dit keer eens train zonder pijn is een formulering met een ontkenning en het brein hoort iets van ik ga dit keer sporten met pijn.
Probeer daarom je intentie positief te formuleren richting wat je wel wil: Ik ga naar de sportschool en kan vanmiddag weer genieten van een energiek en soepel lijf.