Knie Rehab H3 Wat is mijn Diagnose

Wat is mijn diagnose

Wij willen vaak graag antwoord op de: vraag wat heb ik? We willen graag een diagnose. Tot dat we een diagnose hebben is er namelijk onzekerheid. En wanneer we een diagnose hebben is er pas zicht op een behandelplan. Maar is dit wel zo?

Bij kniepijn, instabiliteit of mobiliteitsproblemen zijn er meerdere mogelijke diagnoses.

Hieronder volgen de meest voorkomende differentiaaldiagnoses en de bijbehorende kenmerken (symptomen) die passen bij dat beeld. Het gaat bij de kenmerken om een simpele indicatie. Hier wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid tot testen en beeldvorming om een diagnose kracht bij te zetten.

1. Meniscusletsel

  • Er is een duidelijk ontstaansmoment een trauma meestal met een draaibeweging
  • Je hebt last van klikken, blokkeren of “op slot” gaan van de knie
  • Je ervaart pijn bij het buigen of strekken van de knie
  • Je hebt moeite om op één been te draaien (bijvoorbeeld bij sportactiviteiten)

2. Voorste kruisband (VKB) letsel

  • Je hebt een duidelijk ontstaansmoment een trauma met een klap of verdraaiing van de knie meegemaakt
  • Je hebt toen een “popping”-geluid gehoord op het moment van het trauma
  • De knie voelt instabiel, alsof deze kan “wegzakken”
  • De knie is na het ontstaansmoment gezwollen geraakt

3. Patellofemorale pijnsyndroom (PFPS)

  • Er is pijn rond of achter de knieschijf
  • De pijn verergert de bij traplopen, hurken of lang zitten (theaterfenomeen)
  • Je hebt last van krakende of knarsende geluiden in de knie
  • Er is een disbalans in spierspanning van het bovenbeen

4. Jumpers knee Peesontstekingen (bijv. patellapees of quadricepspees)

  • Pijn aan de voorkant van de knie, net onder of boven de knieschijf
  • Er is een dikkere gezwollen pees
  • De pijn verergert bij traplopen of springen
  • De pijn is erger tijdens en na inspanning en vermindert deze in rust

5. Lopersknie (iliotibiaal bandsyndroom)

  • De pijn zit aan de buitenkant van de knie
  • De pijn verergert bij hardlopen of andere herhaalde kniebuigingen
  • De pijn verbetert met rust
  • Er is een spanning aan de buitenkant van het bovenbeen

6. Bursitis (slijmbeursontsteking)

  • Er is pijn aan de voorzijde of zijkant van de knie
  • Je merkt een warme zwelling bij de knie
  • De pijn is ontstaan na een overmatige belasting, zoals veel knielen of tillen
  • Er zijn activiteiten (zoals traplopen) die de pijn verergeren

7. Patellaluxatie of -subluxatie (knieschijf uit de kom)

  • De knieschijf is ooit uit de kom gegaan
  • De knieschijf voelt instabiel of lijkt te “verspringen”
  • Je hebt last van zwelling achter of rondom de knieschijf
  • De knieschijf schiet regelmatig uit de kom

8. Artrose van de knie

  • Je hebt last van ochtendstijfheid die minder wordt na bewegen?
  • Er is sprake van een langzaam toenemende pijn in de knie zonder een duidelijk oorzaak
  • De pijn verergert de pijn na activiteit of aan het eind van de dag.
  • Er zijn veranderingen in de vorm of de stand van de knie

9. Reumatoïde artritis of andere inflammatoire aandoeningen

  • Je hebt een ochtendstijfheid die langer dan een uur duurt
  • Je hebt zwelling in meerdere gewrichten, inclusief de knie
  • Je hebt last van vermoeidheid
  • Je hebt last van spierkracht verlies

Deze symptomen kan je gebruiken om een eerste inschatting te maken, waarna in combinatie met het verhaal van de klachten en soms met verder onderzoek, zoals een röntgenfoto of MRI, een definitieve diagnose gesteld kan worden.

“Ik heb pijn in mijn knie, want ik heb artrose”

Het citaat dat hierboven staat is veel gehoord, maar hartstikke fout!

Hier volgen een paar stellingen.

  • Je hebt geen last van de diagnose.
  • Een diagnose is niet gelijk aan een oorzaak.
  • Een diagnose is geen vereiste om beter te worden.

Waarom niet, wat halen we allemaal door elkaar en wat is het verschil?

Een diagnose is een vaststelling van een aandoening of ziekte op basis van symptomen. Een diagnose is eigenlijk een naampje gegeven aan een vast patroon van verschillende symptomen.

Een symptoom is een verschijnsel zichtbaar, meetbaar of voelbaar. Bijvoorbeeld pijn, zwelling of een geluid bij bewegen.

De oorzaak is de aanleiding.

Het is belangrijk te begrijpen dat een diagnose en de oorzaak twee verschillende dingen zijn. Laten we beginnen met het probleem dat een diagnose een verzinsel is, het is een menselijk administratieve creatie. We hebben diagnoses gemaakt om een probleem te kunnen beschrijven. Heel snel met elkaar te communiceren, op opleidingen lesstof te kunnen clusteren en in de reguliere medische wetenschap er een behandelplan aan te koppelen. Diagnoses maken administratie makkelijker. Even opschrijven dat iemand artrose heeft is makkelijker dan de volledige beschrijving van alle symptomen. Maar voor de oplossing hebben we er niets aan. Sterker nog ik durf te beweren dat het ons juist in de weg zit. (Dit leg ik je uitgebreid uit in de complementaire richtlijn hoofdstuk: je hebt het niet je doet het.)

Stel je voelt pijn (dit is een symptoom) de arts zegt dit komt door je artrose. Maar de artrose is een diagnose gesteld op verschillende symptomen waaronder pijn.

Je redeneert nu in een cirkel en er ontbreekt een belangrijke variabele, namelijk de oorzaak.

Je hebt geen artrose door de pijn gekregen en de artrose doet geen pijn (dat is namelijk alleen maar een begrip) de pijn komt door een afname en ontsteking van het kraakbeen. Dit is de oorzaak van de pijn. Maar wat is de oorzaak van de afname van het kraakbeen?

Deze laatste vraag is de enige interessante vraag.

Dus niet: wat is mijn diagnose, maar wat is de oorzaak van de oorzaak.

Je ziet hierboven dat de diagnoses allemaal over hele andere delen van de knie gaan en enorm uiteenlopen. Er is een grote verscheidenheid aan diagnoses, maar is er ook een grote verscheidenheid aan oorzaken, oorzaak van de oorzaak en vooral belangrijk aan oplossingen?

Er zijn belangrijke overeenkomsten in de aanpak voor verschillende knieaandoeningen, zelfs als de oorzaken uiteenlopen. Over het algemeen zijn de hoofdlijnen in de aanpak van kniepijn, instabiliteit of mobiliteitsproblemen, vaak gelijk.

Het is eigenlijk heel simpel als ik het negatief formuleer. Geen enkele aandoening heeft baadt bij: minder spierkracht, minder mobiliteit, een slechtere conditie, een slecht voedingspatroon, chronische stress en geen idee hebben wat je wel en niet kan doen. Daarom is een goed plan van aanpak altijd het verbeteren van de belastbaarheid (je leest in de complementaire richtlijn alles over belasting en belastbaarheid). Het verbeteren van belastbaarheid kan niet alleen maar via oefeningen die lokaal gericht zijn.

  1. verbeteren van de lokale belastbaarheid
    1. spierkracht
      1. uithoudingsvermogen
      1. mobiliteit
    1. verbeteren van de algemene belastbaarheid en daarmee het zelf herstellend vermogen

De acute fase!

Duidelijk mag zijn dat de acute fase van een blessure serieus genomen moeten worden. De acute fase is gelijk de fase waar de aanpak voor verschillende blessures het meest uiteenloopt. Tegelijkertijd is ook daar een grote algemene aanpak. Met de acute fase bedoelen we het moment direct na een ongeluk. Of zoals dat in de medische wereld het trauma moment wordt genoemd. Dit duidelijke ontstaansmoment is waar we een splitsing kunnen maken tussen klachten. Bij botbreuken, gescheurde ligamenten of acuut meniscus letsel gaan we natuurlijk niet gelijk trainen. Deze structuren moeten de kan krijgen om te helen. Helaas is daar totale inmobilisatie (gips) of zeer terughoudendheid met bewegen voor nodig. (Meer over de fase van wondgenezing vind je in de complementaire richtlijn).

Wij zijn specialisten in gezondheid en bewegen, niet in ziekte

Is een diagnose zinloos?

Daar er in de acute fase wat variatie te vinden is in aanpak, wordt de aanpak naar mate de tijd verstrijkt steeds meer gelijk. Wanneer er rekening gehouden wordt met een opbouw in tijd, belasting en belastbaarheid is er eigenlijk niets dat de ene diagnose wel nodig heeft en de ander juist verergerd.

Rode vlaggen

Een longtop tumor kan ‘uitstralende’ pijn geven aan de voorkant van de schouder.

Daar ik in het vorige hoofdstuk heel losjes schreef over een diagnose is het zinvol niet alle signalen van het lichaam zomaar te bagatelliseren. Hoe maakt je specialist hier onderscheid in en wat kan jij daarvan leren.

Dit inzicht werd mij gegeven in een nascholing over chronische pijn toen ik praktiserend fysiotherapeut was. De docenten schetste toen de volgende situatie:

Als iemand met pijn de praktijk binnen komt wordt van het ergste uitgegaan en dat wordt onderzocht. (dit hoeft geen lang onderzoek te zijn. Het kan in een flits gebeuren in het hoofd van de arts, maar het begint altijd met oh,.. wat als…) Als dat niet zo blijkt te zijn dan wordt steeds een stapje naar beneden gedaan op de ernstigheid ladder. En vaak de daarbij behorende pijnmedicatie. Tot iets wordt gevonden dat afwijkt en de medicatie aanslaat. Het voordeel is dat als er iets zeer ernstig is weet je dat snel. Gelukkig is ernstig de uitzondering. Het grote nadeel is bijna iedereen wordt ergens in deze neerwaartse ladder afgevangen en daarmee wordt nooit de normaalste vraag gesteld: is het eigenlijk logische dat je je zo voelt als we je hele leefstijl in ogenschouw nemen.

En de docenten sloten af met:

Doe je de normale dingen eigenlijk wel.

In je zoektocht naar waarom je niet lekker in je vel zit, moet je niet vergeten de open deur in te trappen. Soms zijn antwoorden heel voor de hand liggend.

Het eerste dat er in het hoofd van de dokter afspeelt is: is hij morgen dood? Of te wel hoe ernstig is het? Hij doet dit door te scannen langs een lijst met symptomen die kunnen aangeven dat er een ernstig ziektebeeld aan de pijn ten grondslag ligt. Met ernstig ziektebeeld bedoelen we kanker of iets dergelijks. We noemen dit scannen of screening en we gebruiken hiervoor rode vlaggen:

  • Recent onverklaard gewichtsverlies (> 5 kg/maand)
  • Kanker in voorgeschiedenis
  • Algemeen onwelbevinden
  • Al langer bestaande (onverklaarde) koorts
  • Uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
  • Langdurig gebruik corticosteroïden
  • (Recent) trauma (met onverklaarbare, onlogische gevolgen)
  • Belasten is niet mogelijk ( asdrukpijn ) enige tijd na het trauma
  • Constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van houding
  • Nachtelijke pijn (onverklaarbaar)

Dit lijstje wordt bijvoorbeeld gebruikt in de fysiotherapie en zijn de algemene rode vlaggen. Het belangrijkste component in deze punten is ‘onverklaarbaar’. Daarnaast is het in combinatie met een onderbuikgevoel van de specialist.

Jaren geleden is afgesproken met de fysiotherapie dat mensen direct bij de fysiotherapie terecht kunnen en niet via de huisarts moeten. De fysiotherapeut werd capabel gezien om een dergelijk lijstje met rode vlaggen door te nemen met hun klanten en zo mensen met zeer ernstige pathologieen af te vangen. Nogmaals hier wordt mee bedoeld: kanker, ernstige ziekte aan het zenuwstelsel, systeemziekten enzovoorts. Wat de fysiotherapeut kan, kan jij ook.