Knie Rehab H2.3 Functionele Bewegingsbeschrijving

Functionele bewegingsbeschrijving van de knie

Een van de meest menselijk functionele manieren van bewegen zijn lopen en hardlopen. Dit zijn onze manieren van verplaatsen. Hieronder beschrijf ik de beweging van de knie, met een bijzondere nadruk op de rol van fascia en het samenspel tussen de verschillende structuren van het been, tijdens het lopen. Lopen is niet alleen een kwestie is van het bewegen van de benen, maar een dynamisch proces waarin het hele lichaam, inclusief de fascia, in samenhang beweegt.

De fase van het lopen

Contactfase (Hielstrike): Bij de eerste stap waarbij de hiel de grond raakt, is de knie licht gebogen (ongeveer 5 graden). Deze lichte buiging zorgt ervoor dat de knie kan functioneren als een schokdemper. In deze fase vangen het kraakbeen en de menisci slechts een deel van de impact op. De fascia is de werkelijk structuur die de energie van impact opslaat en teruggeeft als beweging. De quadriceps en hamstrings helpen om de knie stabiel te houden.

Standfase (Midstand): In deze fase beweegt het been volledig onder het lichaam en draagt het het volledige lichaamsgewicht. De knie buigt iets verder (ongeveer 15 graden), wat helpt om de impact van het lichaamsgewicht te absorberen. Gedurende deze fase vindt een subtiele interne rotatie van de knie plaats, ingezet door een eversie in de voet. Dit is een beweging die essentieel is voor het verplaatsen van energie naar de heup en romp. Deze rotatie is een belangrijke overgang voor de dynamische stabiliteit, waarbij de voet plat op de grond komt en het lichaam over het been heen beweegt.

Afzetfase (Toe off): Naar het einde van de stap, wanneer de hiel loskomt van de grond, begint de knie weer te strekken en vindt er externe rotatie plaats. Dit strekt het been en zorgt voor voortstuwing, waarbij de energie via de fasciaal-lijnen naar het andere been wordt overgedragen. Dit patroon van interne en externe rotatie, gekoppeld met flexie en extensie, is cruciaal voor een efficiënte voortbeweging.

De fase van het hardlopen

Tijdens het hardlopen verandert de beweging van de knie door een verhoogde snelheid en kracht. Het patroon blijft grotendeels hetzelfde, maar wordt versterkt door grotere stappen, diepere buiging en meer kracht tijdens de afzet. Het lichaam is ook minder in contact met de grond, en de knie fungeert nu als een nog krachtigere schokdemper en energieoverdrager.

Landing: Een echte hielstrike is er niet meer. De landing is veel meer naar het midden van de voet of de voorvoet. De knie buigt snel dieper, soms tot ongeveer 20 graden, om de grotere impact van het lichaamsgewicht op te vangen. Bij het hardlopen werken de quadriceps en hamstrings intensiever samen met de fascia, waardoor de schok beter wordt gedempt en de energie soepel wordt overgedragen.

Standfase: In deze fase blijft de knie licht gebogen en vindt een versterkte interne rotatie plaats. De fascia-lijnen worden maximaal benut om energie te recyclen en naar de heup en romp over te brengen, wat essentieel is voor de snelheid en efficiëntie tijdens het hardlopen.

Afzetfase: De knie strekt krachtig terwijl het been zich naar voren beweegt. De externe rotatie zorgt voor maximale voortstuwing, waarbij de fascia, vooral langs de laterale lijn, bijdraagt aan de afzetkracht.